Ik denk dat ik mij in mijn tiener jaren, en de jaren na mijn diagnose toen ik mijzelf opnieuw moest ontdekken en leren kennen, mij veel te druk heb gemaakt om wie ik ben. Om wat ik doe, hoe ik eruit zie en wat er van mij verwacht wordt. Het was altijd een tweestrijd tussen waar ik vandaan kom en waar ik wilde zijn.
Polder meisje
Zaterdag is denk ik wel mijn meest favoriete dag van de week. Zo’n dag waarop alles kan en mag. Ongedwongen doen waar je zin in hebt. Zo’n dag dat je wanneer je wakker wordt kan bepalen wat je met jouw goede dag gaan doen. Zeker omdat de meeste mensen dan ook vrij zijn, de boerderij thuis lekker bedrijvig is en de hele polder tot leven komt. Ja ik ben een polder meisje, opgegroeid op een boerderij in de polder van Dordrecht waar ik nog steeds met veel liefde en plezier woon. Want hoe graag ik ook in een prachtig oud (grachten) pand in de stad zal willen wonen, de polder zal je nooit uit mij krijgen.
Opgroeien op het platteland heeft zo zijn voor en nadelen. Ik denk dat ik vooral een veel vrijere jeugd heb gehad dan de meeste van mijn leeftijd. Wij hadden thuis een zwembad, allerlei apparaten om op te crossen, op mijn twaalfde was de brommer al niet spannend genoeg meer en begon ik al met auto rijden. Ook het paardrijden en quad rijden werden hier snel aan toegevoegd. En ondanks dat ik op de basisschool al verliefd was op rode lipstick, boblijnen en tassen, bracht ik al mijn vrije uren buiten door.
In de stad was ik niet veel te vinden, dit was simpelweg te ver fietsen, en na de ziekte van Pfeiffer hield ik zo’n uitje ook niet lang meer vol. Ik ben blij en dankbaar dat ik toen al mijn wilde haren al in de wind heb kunnen laten wapperen. Zeker omdat mijn lichaam dat tempo nooit meer bij zal kunnen benen. Ik was jong, dun, en fit met een liefde voor alles wat een avontuurlijk randje had en met snelheid te maken had.
Ik denk dat ik daarom nu de rust heb om op mijn gemak uren foto’s van producten te maken. Reviews te maken en nieuwe looks uit te proberen. Nette en goede kleding zaten vroeger al snel onder de vlekken (en gaten) en daarom kan het voor mij nog weleens onwennig zijn om ergens heel chique te verschijnen. Niet dat iemand het aan mij ziet, maar altijd voel ik mij nog dat polder meisje wat niet uit de stad komt. Een soort van vreemde eend in de bijt omdat ik er voor mijn gevoel niet helemaal bij hoor. Met het gevolg dat ik als ik onder andere mensen ben (op een event bijvoorbeeld) altijd het gevoel heb dat ik mijn beste beentje voor moet zetten om geaccepteerd te worden. Terwijl ik nu juist in een polder gezelschap opval, omdat ik daar nu simpelweg te net voor gekleed ga en teveel make-up voor draag. Diep van binnen schuilt dus eigenlijk nog altijd dat meisje wat vroeger voor haar afkomst gepest is, en heb ik het idee dat ik door anderen beoordeeld word.
Stiekem moet ik weleens in mijzelf lachen als ik de populaire meiden van de middelbare school zie lopen. Type; altijd in de mode, vele vriendjes en een grote bek. Ik ben zo blij dat ik mij hier niet mee in gelaten heb. Ze wonen nu vaak op een klein flatje, zijn al vrij jong moeder geworden, dragen nog steeds dezelfde kleding als toen ze 16 waren (lekker strak in ’t pak laten wij maar zeggen) en hebben nog steeds zo’n zelfde grote bek. Meiden die nu de polder opzoeken voor de rust en kwijlend naar ons huis kijken. Ik ben benieuwd hoe vaak zij zich afvragen hoe het was geweest als ze wat meer op de lesstof hadden gelet op school in plaats van op de jongens.
Ik denk dat ik mij in mijn tiener jaren, en de jaren na mijn diagnose toen ik mijzelf opnieuw moest ontdekken en leren kennen, mij veel te druk heb gemaakt om wie ik ben. Om wat ik doe, hoe ik eruit zie en wat er van mij verwacht wordt. Het was altijd een tweestrijd tussen waar ik vandaan kom en waar ik wilde zijn. En dat heeft mij precies gebracht waar ik moet zijn. Juist door mijn eigen ding nu te doen krijg ik veel waardering. Er was veel lef en geduld voor nodig, maar het voelt zo onwijs goed. Ik blijf lekker op mijn bootje zitten, met zo nu en dan de zijlen in mijn rug. De bestemming maakt mij niet zo gek veel uit, als ik onderweg maar net zo gelukkig mag zijn en blijven met mijzelf en de mensen die ik om mij heen heb.
Is jouw zelfbeeld veranderd door de jaren heen?