De verhalen ken ik nog goed. Ik hing letterlijk aan de lippen van mijn oma als ze vertelde hoe de oorlogsjaren voor haar, als jong meisje wonende in Brabant, waren. Hoe de Duitse soldaten zonder pardon in hun huis kwamen slapen, dat er nergens geld voor was en hoe ze suikerbeestjes aten op speciale dagen. Hoe de soldaten persoonlijk vertelde; ‘wij hebben de oorlog niet gewild’. Woorden die haar altijd bij gebleven zijn. Want de Duitsers waren moe, hun leider ondertussen krankzinnig.
Maar zo komen er door de jaren heen ook langzaam aan meer verhalen naar boven van onze boerderij. En hoe de jongens die hier toen woonden de oorlog hebben beleefd. Zelf ken ik het uit films, van verhalen en zie ik dagelijks de bunkers die herinneren aan deze tijd. Als je dan hoort hoe een jongen van zijn potje viel toen er bombardementen waren, in een kamer die nu mijn slaapkamer is. Dan komt het ineens heel dichtbij. Als je hoort dat er Duitse soldaten in onze schuur geslapen hebben. Dan is het opeens geen film meer.
Want hoe veilig en vertrouwd ik mij hier voel, zo onzeker waren de jaren voor hen toen. Zelfs nu met het Corona virus voel ik mij thuis veilig. Ver weg van de mensen massa’s, winkels en de lege straatbeelden. Hier lijkt de tijd soms stil te staan, hier lijkt het virus er vaak niet te zijn. Tot je het nieuws kijkt of je laptop open klapt. Dan komt alles twee keer zo hard terug.
Tegelijkertijd voel ik dankbaarheid. Voor hen die alles hebben gegeven voor de toekomst, voor hen die nog geboren moesten worden. Met dezelfde toekomstvisie vechten we nu ook tegen het virus, om de zwakkeren onder ons niet uit te laten roeien door een machtsmisbruiker of een virus. Omdat we samen heel sterk kunnen zijn. Maar ook in een gevecht met Moeder Aarde en hoe ik hoop dat er nog een mooie aarde is voor de generaties die na ons komen. Deelden we allemaal maar de vechtlustige visie die de soldaten in de jaren ’40 hadden. Dan had de wereld er hopelijk een stuk beter voor gestaan en kenden we helemaal geen Earth Overshoot Day meer.
Dankbaar voor alle zorg professionals, in welke vorm dan ook, in de frontlinie vechten voor dat wat belangrijk is. Dat zijn je gezondheid, de gezondheid van de mensen die je lief hebt, je familie en de mensen die dicht bij je staan. Daar wil ik zelf graag nog dieren aan toevoegen. Zij zijn voor mij minstens net zo belangrijk als familie. Ze zijn mijn familie. Ze kleuren mijn dagen, iedere dag weer. Zo ook vorige week. Toen Audrey gezellig mee ging wandelen, iets wat nu haast een dagelijks ritueel wordt. Gewoontes waar ik wel aan kan wennen. Omdat ze mijn dagen kleuren. En eigenlijk helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn.
Waar ben jij dankbaar voor?